Op 11 mei 2008 werd hij 19 jaar, de uit Kaatsheuvel afkomstige Bastiaan Brabers. Dat hij richting uit ging die hij nu volgt, is niet pas ontstaan, zoals hij zelf zegt. Het begon achteraf gezien eigenlijk toen hij een jaar of dertien was en in de 1e klas van het middelbaar onderwijs zat. Zijn oma verbleef in Verzorgingshuis De Venloene te Loon op Zand, waar hij vaak op bezoek ging.
Tantes en/of andere familieleden van Bastiaan: ze hebben allemaal wel iets in/met ‘zorg’ (gedaan). Dit was dan wel niet op het gebied van activiteiten, maar wel met dezelfde doelstelling: mensen helpen en sociaal bezig zijn. De meesten ervan waren er dan ook van overtuigd, dat dit ook wel iets voor Bastiaan zou zijn. Met de liefde die hij toen al voor zijn oma betuigde als jonge jongen, was het voor velen niet meer weg te denken dat hij een dergelijk beroep zou gaan kiezen.
Zijn moeder merkte op, dat veel mensen Bastiaan, ondanks zijn jonge leeftijd een zeer sociale, beleefde en hartelijke jongeman vonden. Bij deze opmerkingen kon zij zich gelukkig zelf ook aansluiten! “Via internet kwam ik bij het ROC te Waalwijk, waar net een nieuwe opleiding voor medewerker maatschappelijke zorg zou starten. Met deze opleiding zou ik heel veel kanten op kunnen, van bijvoorbeeld drugsverslaafden, mindervaliden, ouderen tot probleemjongeren, enz. Het 1e jaar mocht ik nog geen stage lopen, maar de opleiding was erg leuk, de lessen superleuk en ik heb geen dag gemist! Het 2e jaar kwam ik in Antoniushof terecht. In principe mocht ik kiezen: ouderen of mindervaliden. Als ik een keuze had gemaakt, moest daaruit weer een keuze gemaakt worden: woonzorg of activiteiten. Echte verzorging, zoals wassen en dergelijke, zag ik nog niet zitten, maar wel met de ouderen leuke dingen doen en ze stimuleren om dingen te doen.
Ik ken ze bijna allemaal persoonlijk bij naam en weet of ze kinderen hebben, wat ze doen en hoe ze heten. Ik probeer ook de familie te onthouden, zodat je ook aan hen wat kunt vragen over moeder of vader. Dat is leuk, dat je daarover een gesprek kunt beginnen als je ze tegenkomt. Dit leer je als je 1 jaar stage loopt, maar niet met een snuffelstage van 1 maand. Er komen soms vrijwilligers iets aan mij vragen terwijl ik een stagiair ben. Yvonne Eijkemans is mijn stagebegeleidster en het is zelfs zo, als zij er niet is, dat ze naar mij komen. Dat vind ik een compliment.”
Als Bastiaan zijn verhaal verteld wordt er van alle kanten naar hem geroepen en gezwaaid. Hij wordt duidelijk op handen gedragen, deze jongeman! Een bewoner heeft een boekje voor hem meegebracht, Bastiaan moet even met haar meekijken en maakt ook meteen even een rondje en neemt de gelegenheid om, terwijl hij de arm om twee bewoonsters heenslaat, de nodige grappen te maken. “Ze lachen en een ervan zegt: ‘het is net m’n kleinzoon!’”
Mijn vertrouwen in de jeugd was een stuk gedaald: schietpartijen op school en andere ongeregeldheden, ‘waar moet dat naar toe’ waren mijn gedachten. Maar deze jongeman was voor mij het bewijs dat ze er nog wel zijn: de leergierigen, de aanpakkers die echt iets willen bereiken in het leven en weten dat ze daar ook veel voor moeten doen; de netten, beleefden en sociaal voelenden, ZE ZIJN ER NOG, juicht het van binnen bij mij! Een aanstekelijke jongeman, die veel voor mensen wil en kan betekenen!
“Ik ben in principe nog tot 4 juli in Antoniushof maar het hoofd van de afdeling heeft mij ook gevraagd voor vakantiewerk. Dat vind ik positief. Ik vind het niet erg dat ik in de vakantie hetzelfde werk doe, want ik heb net twee weken vrij gehad en denk dan in die tijd: ‘Ik weet zeker dat mevrouw X zich nu afvraagt waar ik nu ben’, enz. Als ik dan terug kom, wordt het ook nog eens gezegd: ‘ze hebben mij gemist’!
Mijn streven is: de opleiding goed afmaken en dan de keuze maken voor b.v. een jeugdgevangenis of werken met autistische kinderen. Jeugd lijkt mij heel gaaf om te doen”, besluit de hartelijke Bastiaan die bij velen een heel goede indruk zal achter laten.